Hulpverlening

Als je iets wil veranderen aan je cannabisgebruik - stoppen of minderen - dan kan je hiervoor hulp te zoeken. In dit verband kan je steeds anoniem informatie opvragen bij De DrugLijn (of tel. 078/15.10.20), beroep doen op JAC-online of rechtstreeks contact opnemen met je huisarts.

drughulpverlening

Geen "magische" behandelingen

  • Er zijn verschillende vormen van hulpverlening mogelijk, maar er is geen "magische methode" die alles voor jou zal oplossen, zonder enige inspanning langs jouw kant. Ook niet onder de vorm van medicatie.
  • Stoppen of minderen met gebruik verloopt dikwijls als een proces van vallen en opstaan. Het voornemen om te stoppen of te minderen is een noodzakelijke voorwaarde. Maar het voornemen alleen is meestal niet voldoende...
  • Het is anderzijds ook niet mogelijk om iemand te dwingen om te stoppen met cannabisgebruik. Zolang de gebruiker er zelf niet achter staat, zal hij of zij terug gebruiken zodra de dwang wegvalt.

Wat werkt bij hulpverlening ?

Bij de meeste hulpverlening komen een aantal elementen terug die werkzaam gebleken zijn:

  • Het versterken van je motivatie om te stoppen of te minderen. Hierbij word je aangezet om na te denken over de voor- en nadelen van het gebruik én over de voor- en nadelen van minderen of stoppen.
  • Het omgaan met eventuele ontwenningsverschijnselen. Deze zijn in de regel bij cannabis veel milder dan bij alcohol of andere drugs. Vervangingsmedicatie is niet nodig.
  • In uitzonderlijke gevallen wordt er gebruik gemaakt van ondersteunende medicatie, maar doorgaans is dit niet nodig of zelfs af te raden. In de afgelopen jaren zijn er verschillende studies verricht naar medicatie die cannabisafhankelijkheid kan tegengaan. Tot nu toe werd geen werkzaam middel gevonden.
  • Het ontdekken van de situaties waarin je het moeilijk hebt om niet te gebruiken, en het anders leren omgaan met deze situaties.
  • Het verhogen van je zelfvertrouwen, o.a. door het benadrukken van kwaliteiten en bestaande vaardigheden. Eventueel aangevuld door sociale vaardigheidstraining, e.d.
  • Het betrekken van je familie of partner bij de behandeling, als dat aangewezen is. Bij jongeren, die naast cannabis nog andere sociale problemen hebben, kan een vorm van familietherapie toegepast worden (de zgn. MultiDimensional Family Therapy), die dikwijls succesvol blijkt te zijn.
  • Het leren omgaan met mogelijk herval. Hervallen kan een leermoment betekenen en hoeft geen bewijs te zijn van "volledige mislukking".

Vormen van hulpverlening

drughulpverlening

1. Zelfhulp

  • Je gaat op eigen houtje aan de slag, eventueel geholpen door je partner of een andere vertrouwenspersoon.
  • Je kan gebruik maken van een zelfhulpboekje, zoals bijvoorbeeld 'Hasj & Wiet' uitgegeven door Trimbos (pdf).
  • Je kan ook gebruik maken van het online zelfhulpprogramma of de online begeleiding op deze website.

2. Ambulante hulp

  • "Ambulant" wil zeggen: je maakt een afspraak, je hebt een gesprek met een hulpverlener, en daarna ga je weer naar huis.
  • In eerste instantie kan je altijd te rade gaan bij je huisarts.
  • Een aantal diensten zoals: Jongerenadviescentrum (JAC), Centra voor Algemeen Welzijnswerk (CAW), Centra voor leerlingenbegeleiding (CLB), OCMW’s,..., bieden net zoals de huisarts een eerste opvang en ondersteuning.
  • Voor meer gespecialiseerde hulp kan je soms ook terecht in een ambulant centrum, zoals een Centrum Geestelijke Gezondheidszorg. De meeste ambulante centra worden gesubsidiëerd door de overheid, waardoor ze geen of slechts een geringe financiële bijdrage vragen aan hun cliënten. Sommige van deze ambulante centra zijn expliciet gespecialiseerd in problemen rond middelenmisbruik.
    Meer info op de doorverwijsgids van de VAD
  • Wanneer meer gespecialiseerde hulpverlening nodig is, kan je terecht in een privépraktijk van psychiater/psycholoog/psychotherapeut. Je mag gerust navragen of de therapeut vertrouwd is met drugproblemen.
  • Meer informatie vind je op de website van De DrugLijn. Je kan hen hier contacteren of hen bellen (078/15 10 20).

3. Residentiële hulp

"Residentieel" wil zeggen: je verblijft gedurende een bepaalde tijd in een centrum of een kliniek. De tijd kan variëren van enkele dagen tot enkele weken of maanden.

Zijn de problemen te zwaar of is het stoppen met gebruik te moeilijk, dan kan een opname overwogen worden.

  • In kortdurende vorm kunnen we hier vermelden:
    • EPSI's (crisisopvang op Eenheid Psychiatrie Spoed Interventie).
      Per provincie is er één psychiatrische spoedinterventiedienst om crisisopvang te voorzien voor personen met problematisch middelengebruik. Patiënten krijgen er een intensieve behandeling van maximum vijf dagen, met als belangrijkste doelstelling de patiënt te stabiliseren. Na overleg met de cliënt geeft de 'case manager' ondersteuning bij doorverwijzing naar een ambulante of residentiële dienst en volgt hij of zij het hulpverleningsproces verder op.
    • CIC's (Crisis Interventie Centrum).
      De CIC's, die uit de therapeutische gemeenschappen gegroeid zijn, staan in voor crisisopvang, fysieke ontwenning en motivatiebevordering voor verdere abstinentie. Zij zorgen ook voor verdere oriëntatie naar het meest geschikte vervolgprogramma.
    • Psychiatrische afdelingen van algemene ziekenhuizen (PAAZ-diensten), ontwenningsafdelingen in psychiatrische ziekenhuizen, en centra waar een kortdurend therapeutisch programma aangeboden wordt (meestal een drietal weken).
  • Bij de langdurige vorm onderscheiden we opnames in een gespecialiseerde ontwenningskliniek (gedurende enkele maanden) en de Therapeutische Gemeenschappen (tot een jaar). Sommige klinieken en TG's werken zowel met kortdurende- als langdurige opnames.
  • Meer info kan je verkrijgen via De DrugLijn of maak gebruik van de doorverwijsgids van de VAD