Cannabis gebruikspatronen
Meestal kom je tussen 16 en 22 jaar voor het eerst in contact met cannabis. Wat natuurlijk niet betekent dat je het ook moet gebruiken. Wie toch gebruikt, krijgt het de eerste keer dikwijls aangeboden door vrienden. Sommigen gaan na verloop van tijd ook rechtstreeks naar een 'dealer' of naar een zgn. 'coffeeshop'. Of kennen iemand die zelf kweekt of gaan zelf 'tuinieren'.
Experimenteel gebruik
Redenen om de eerste keer cannabis te gebruiken zijn vooral nieuwsgierigheid en 'de kick van het onbekende'. Een groot deel van de mensen die het de eerste keer proberen voelt weinig of niets. Dit wijst erop dat je cannabis ten minste gedeeltelijk moet 'leren kennen'. En eventueel leren te waarderen.
Ongeveer de helft van de experimentele gebruikers stoppen ook vrij snel met dit gebruik, want:
- hun nieuwsgierigheid is bevredigd,
- ze vinden er weinig aan of het effect bevalt hen niet,
- ze hebben last van minder aangename nevenwerkingen,
- of ze zijn bezorgd om hun gezondheid.
Verdergezet gebruik
Uit onderzoek blijkt dat er hierbij verschillende gebruikerstypes zijn, waarvan sommigen de voorkeur geven aan sterke cannabiseffecten en anderen eerder houden van een mild effect. Naast de wijze van gebruik is meestal ook de algemene leefstijl verschillend tussen deze groepen. Voor diegenen die hun gebruik verderzetten na de eerste experimenten betekent dit meestal niet dat ze afhankelijk zullen worden van het product:
- Een gedeelte blijft op een eerder matige wijze gebruiken. Er wordt af en toe gebruikt tijdens het weekend bijvoorbeeld.
- Een ander gedeelte gaat geleidelijk regelmatiger gebruiken, wekelijks of dagelijks. Typisch voor deze groep is dat het gebruik aanvankelijk steeds stijgt, tot op een bepaald ogenblik een 'piek' bereikt wordt. Daarna daalt het gebruik terug, stabiliseert of stopt helemaal. Deze mensen gebruiken eerder samen met anderen, tijdens hun vrije tijd. Ze zijn doorgaans niet op zoek naar de sterkste cannabis en zullen over het algemeen meer doseren. Meestal zorgen ze er ook voor dat hun cannabisgebruik geen hindernis vormt voor hun overige activiteiten en hebben ze geen neiging om zich sociaal te isoleren.
- Van bovenstaande groep kan toch een aantal mensen een afhankelijkheidsprobleem ontwikkelen. Er kan gewoontevorming ontstaan, die alsmaar sterker wordt. Zeker wanneer er ook persoonlijke of sociale problemen zijn. En wanneer cannabis vooral gebruikt wordt om zich beter te voelen of als manier om met spanningen of problemen om te gaan.
- Een kleine minderheid gaat vrij snel zwaar door en loopt een hoog risico op afhankelijkheid. De schattingen over de omvang van deze laatste groep variëren tussen de 4 en de 10% van het totale aantal gebruikers. In verhouding gaat het hier om overwegend jongere gebruikers die de voorkeur geven aan sterkere cannabis met een hoog THC gehalte. Wanneer ze de neiging hebben om veelvuldig te gebruiken (bijv. heel de dag door), wordt de kans op afhankelijkheid groter. Wanneer ze zich daar bovenop sociaal gaan isoleren wordt het risico nog groter. Door bijvoorbeeld voortdurend op hun eentje te gaan gebruiken of nog enkel het gezelschap van andere gebruikers op te zoeken. Naast eventuele cannabisafhankelijkheid kunnen zich ook andere problemen ontwikkelen of erger worden (zoals problemen met familie, vrienden, school, werk, enz.).
In het algemeen blijkt de voorkeur voor sterkere cannabis te dalen naarmate je ouder wordt. Voor zover je er niet volledig mee stopt, want ook die kans neemt toe met het ouder worden. Het gebruik, of alleszins het regelmatige gebruik, blijkt dikwijls 'uit te doven' rond 30 jaar. Met het ouder worden verkleint ook de kans op afhankelijkheid. Dit laatste in tegenstelling tot bijvoorbeeld alcoholgebruik.