We kunnen rustig stellen dat cannabis één van de meest omstreden drugs is die we kennen. Dikwijls wordt het debat erover gekenmerkt door een opsplitsing in fanatieke tegenstanders enerzijds en gedreven voorstanders anderzijds. De eerste groep eist 'nul tolerantie', de tweede wil legalisatie. Beide groepen negeren al te dikwijls objectieve feiten die aangedragen worden door wetenschappelijk onderzoek, of interpreteren deze feiten op een emotionele en selectieve wijze.

Een complex verhaal

Wil dit zeggen dat we nu op wetenschappelijke basis reeds alle objectieve feiten kennen en op alle vragen een ondubbelzinnig antwoord kunnen formuleren ?  Neen, ondanks het feit dat er allerlei nieuwe inzichten ontstaan zijn gedurende de laatste jaren is het plaatje nog lang niet volledig. Vraag is of het ooit volledig zal zijn, want cannabis is een complex verhaal.

Cannabis als categorie op zich

Cannabis is van nature al een dubbelzinnige plant. Ten minste wat de psychoactieve werking ervan betreft. Cannabis blijkt immers moeilijk onder te brengen in een categorie, zoals de andere drugs. Het kan een licht oppeppende werking hebben, onder de vorm van levendige fantasieën, 'lachkicks' of het opwekken van een versnelde hartslag. Maar het wordt nooit onder de 'stimulerende middelen' gerangschikt. Het heeft voor de meeste gebruikers een rustgevende werking, maar toch kan men het bezwaarlijk een 'kalmeermiddel' noemen. Gebruikers riskeren ook geen coma of dood door de verdovende werking ervan, ook al gebruiken ze zeer hoge dosissen. Cannabis kan verder een mild pijnstillend effect hebben, maar het is chemisch totaal niet verwant aan opiaten of andere pijnstillers. Bij zwaar gebruik kan het soms visuele hallucinaties opwekken, maar het is evenmin verwant aan LSD of andere 'hallucinogenen'. Cannabis is dus een categorie op zich.

Daling in gebruik, maar stijging van hulpvragen?

Sinds de introductie van cannabis binnen brede lagen van de bevolking tijdens de jaren 60 van de vorige eeuw is duidelijk geworden dat de meerderheid van de cannabisgebruikers geen problematisch gebruik vertoont. De schattingen over het aantal problematische gebruikers variëren tussen 5 en 10%. De laatste jaren blijkt er zich een stabilisatie voor te doen in het aantal gebruikers, of zelfs een lichte daling. Deze tendens zou zich ook in Nederland voordoen, waar cannabis nochtans door het zgn. 'gedoogbeleid' in principe vlotter verkrijgbaar is dan in andere landen. Op Europees niveau gezien scoort Nederland trouwens iets onder het gemiddelde wat betreft cannabis- en druggebruik (xtc gebruik uitgezonderd). Toch signaleert men anderzijds bij de ambulante drughulpverlening een stijging van het aantal hulpvragen die verband houden met cannabis. Dit is een fenomeen dat zich in heel Europa voordoet, inclusief Nederland.

Er is momenteel nog geen eenduidige verklaring voor de toename aan hulpvragen. Deze trend kan enerzijds wijzen op een toename van het aantal problematische gebruikers, maar anderzijds ook op een verbetering van het hulpverleningsaanbod voor cannabisproblematiek, of een toenemende bewustwording van de verslavende eigenschappen van cannabis, waardoor gebruikers sneller hulp zoeken.

Welke risico's kennen we ondertussen?

Zoals elk ander druggebruik kan cannabisgebruik risico's inhouden. Hieronder de belangrijkste, zoals die ook terug te vinden zijn in het 'Cannabisdossier' van de VAD.

Lichamelijke risico's

  • Het meest ondubbelzinnige risico is schade aan de longen. Naast het feit dat cannabis meestal samen met tabak geconsumeerd wordt, bevat het zelf ook een aantal schadelijke stoffen die vrijkomen tijdens de verbranding.
  • Cannabis veroorzaakt een daling van de bloeddruk en een verhoging van de hartslag. Dit kan een acuut gevaar betekenen voor mensen met hart- en vaatproblemen.
  • Zwaar cannabisgebruik kan de vruchtbaarheid verminderen.
  • Zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven kunnen best cannabis vermijden (zeker in combinatie met tabak) wegens gezondheidsrisico's voor de baby.

Risico op afhankelijkheid

  • Cannabisgebruik kan tot afhankelijkheid leiden. Net zoals bij andere drugs kan er tolerantie voorkomen (hoewel dit soms nog betwist wordt), wat wil zeggen dat men steeds meer nodig heeft om hetzelfde effect te bekomen. En er kunnen zich onthoudingsverschijnselen voordoen. Deze onthoudingsverschijnselen zouden weliswaar veel 'milder' zijn dan bij alcohol of heroïne.
  • Cannabisgebruik voor de leeftijd van 16 jaar verhoogt de kans op cannabisafhankelijkheid, zeker wanneer minstens één keer per week cannabis gebruikt wordt.

Psychische en sociale risico's

  • Cannabisgebruik kan het kortetermijngeheugen en het concentratievermogen verstoren. Deze verstoring kan nog een week aanhouden na het stoppen met gebruik. Er is echter geen wetenschappelijk bewijs dat deze stoornissen bij volwassenen blijvend zouden zijn wanneer ze stoppen met gebruik. Bij jongere gebruikers zou dit echter wel mogelijk kunnen zijn. Verder onderzoek moet hier nog uitsluitsel over geven
  • Intensief cannabisgebruik bij jongeren kan leiden tot slechtere schoolprestaties. Deze verminderde schoolprestaties hangen echter ook dikwijls samen met andere gedragsproblemen (spijbelen, delinquentie, gezagsproblemen, enz.).
  • Frequent cannabisgebruik kan jongeren remmen in hun persoonlijke ontwikkeling.
  • Het gebruik van een hoge dosis cannabis kan uitzonderlijk acute psychotische symptomen veroorzaken, die meestal na enkele uren vanzelf weer verdwijnen.
  • Cannabisgebruik kan de ontwikkeling van psychotische stoornissen (zoals schizofrenie) versnellen bij mensen die hiervoor een persoonlijke en/of familiale kwetsbaarheid bezitten. Hoe jonger de gebruiker, hoe hoger het risico. Cannabis kan ook het verloop van een al aanwezige psychotische stoornis verslechteren. Het blijft echter onduidelijk in hoeverre cannabisgebruik op zich een psychose kan 'veroorzaken'.
  • Er bestaat een verband tussen intensief cannabisgebruik, depressie en zelfdoding, vooral bij jongeren. Het is echter nog onduidelijk wat de aard van dit verband juist is.
  • Rijden onder invloed van cannabis is onveilig. Zeker in combinatie met alcohol.
  • Er is geen enkele aanwijzing dat cannabisgebruik rechtstreeks zou leiden tot het gebruik van andere drugs. Maar het is onmiskenbaar dat jonge en afhankelijke cannabisgebruikers meer risico lopen om andere illegale drugs te gaan gebruiken via sociale beïnvloeding.

Wat weten we verder nog en wat niet ?

Cijfergegevens

In 2009 schatte het EMCDDA (European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction) het aantal Europeanen dat ooit cannabis gebruikte op 1 op 5 (d.w.z. 22% van de populatie tussen 15 en 64 jaar). Er bestaan grote verschillen tussen de verschillende Europese landen, maar meestal situeren de cijfers zich tussen 10 en 30% van de bevolking.
Wat gebruik in het voorbije jaar betreft gaat het gemiddeld over 7% van de 15 tot 64 jarigen. Wanneer enkel rekening gehouden wordt met de leeftijdsgroep tussen 15 en 34 jaar, schat men het aantal gemiddeld op 13%.

We weten niet precies hoeveel mensen in België cannabis gebruiken en we kunnen de verschillende gebruikspatronen ook niet nauwkeurig in kaart brengen. De beschikbare cijfers zijn mogelijk onderschattingen omdat sommige leeftijdscategorieën niet onderzocht werden en bepaalde (soms gemarginaliseerde) groepen bijna systematisch ondervertegenwoordigd zijn in de onderzoeken. Verder is het waarschijnlijk dat veel gebruikers niet geneigd zullen zijn zichzelf kenbaar te maken, zelfs wanneer het om anonieme enquêtes gaat.

De VAD (Vereniging voor Alcohol en andere Drugs) publiceerde volgende schattingen:

  • De gezondheidsenquête van 2008 geeft aan dat 14% van alle Belgen ooit in hun leven cannabis gebruikten. 3% gebruikte de afgelopen maand cannabis.
  • Onderzoek in 2008 toonde aan dat 12% van de Vlaamse leerlingen in het secundair onderwijs tijdens het voorbije jaar cannabis gebruikte, dubbel zoveel jongens (16%) als meisjes (8%). Het cannabisgebruik neemt toe met de leeftijd: 3% van de 12-14-jarigen gebruikte het voorbije jaar cannabis; voor de 15-16-jarigen was dit 13% en voor de 17-18-jarigen 23%.
  • 47% van de studenten uit de de Associatie Universiteit en Hogescholen Antwerpen (AUHA) heeft ooit cannabis gebruikt en 22% gebruikte het laatste jaar cannabis. Dat bleek uit onderzoek in 2005.
  • Cannabis is ook de populairste illegale drug in het uitgaansleven. Onderzoek in het Vlaamse uitgaansleven (2007) toont aan dat 44% van de bevraagde uitgaanders tijdens het laatste jaar cannabis gebruikte. 13% deed dat dagelijks.
  • Cannabisgebruik komt het meest voor in de leeftijdsgroep 18 tot 24 jaar. Er is een daling na de leeftijd van 34 jaar. Toch is de gemiddelde leeftijd van de cannabisgebruikers aan het stijgen.
  • Cijfers voor Nederland werden gepubliceerd door het Trimbos instituut.

Vraag en aanbod

  • Bijna een kwart van de ervaren cannabisgebruikers koopt het product in de Nederlandse coffeeshops. De rest verkreeg het voornamelijk via vrienden. Ongeveer 7% kweekt zelf cannabis, 30% had het ooit geprobeerd. Cannabisgebruik blijkt dus voornamelijk een sociaal gebeuren onder mensen die elkaar kennen.
  • Het aanbod van van cannabis blijkt te verschuiven naar de plaatselijke kweek, terwijl het vroeger voornamelijk over uitheemse, geïmporteerde soorten ging.
  • Het THC-gehalte (= het psychoactieve bestanddeel van cannabis) van de in Nederland gekweekte cannabis is over het algemeen hoger, dan dat in geïmporteerde soorten. Er vond een sterke stijging plaats rond 2004, maar deze is daarna weer gedaald. Het is nog onduidelijk in hoeverre sterkere cannabis meer impact heeft op de gezondheid. Een aantal gebruikers blijken de dosis THC te reguleren door in verhouding minder te gaan gebruiken. Onervaren gebruikers kunnen echter verrast worden door het sterke effect.
  • De laatste jaren is de Nederlandse justitie harder gaan optreden tegen de cannabiskweek. Dit kan mogelijk een paradoxaal effect hebben, waardoor de handel nog meer verschuift naar criminele milieus terwijl kleine telers afgeschrikt worden.

Vanuit sociologisch perspectief

Een aantal sociologische onderzoeken, zoals in ons land door prof. De Corte, bracht aan het licht dat de dagdagelijkse praktijk rond cannabisgebruik dikwijls vooruitloopt op wetgeving en regulering. Het gebruik laat zich weinig beïnvloeden door het officieel gevoerde beleid.

  • Cannabisgebruikers vormen niet langer een marginale groep in onze samenleving, met aparte normen en waarden. In alle lagen van de bevolking kan men cannabisgebruikers vinden. In de overgrote meerderheid van de gevallen nemen ze actief deel aan maatschappij door te studeren of te werken. Dat neemt niet weg dat er subculturen voorkomen waar doorgaans anders met cannabis wordt omgegaan.
  • Gebruikers van andere illegale drugs combineren dit vaak met cannabis, maar het is heel wat minder vanzelfsprekend dat cannabisgebruikers ook andere illegale drugs gaan gebruiken.
  •  Cannabisgebruikers zijn ondertussen in verschillende leeftijdsgroepen en sociale milieus terug te vinden. Dit heeft blijkbaar niet geleid tot een algemene ondermijning van de volksgezondheid en de 'openbare orde'.
  • Veel cannabisgebruikers blijken hun gebruik regelmatig aan te passen. Ze lassen tijdelijke abstinentieperiodes in of verminderen hun gebruik wanneer de omstandigheden daar naar vragen. De meeste gebruikers blijken ook rekening te houden met sociale normen. Zoals niet gebruiken in de buurt van kinderen, enkel gebruiken wanneer dit gepast is en geen overlast veroorzaken.

Gebruik en misbruik

Een kenmerk van de discussie tussen voor- en tegenstanders is dat ze tegengestelde voorbeelden aanhalen van cannabisgebruikers. De voorstanders verwijzen dan naar jarenlange (matige) gebruikers die er geen hinder van blijken te ondervinden. De tegenstanders maken melding van onhandelbare jongeren die niet willen studeren of werken, en hun gezin terroriseren onder invloed van cannabis. De realiteit is dat ze beiden in zekere zin gelijk hebben, maar dat het over verschillende fenomenen gaat. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen gebruik en misbruik. Er wordt evenmin rekening gehouden met persoonlijke achtergronden en sociale omstandigheden waarin dat gebruik plaats vindt en welke functie dat gebruik vervult voor de gebruiker.

Een erfenis uit het verleden?

Is de controverse tussen voor- en tegenstanders van cannabis gedeeltelijk een erfenis uit het verleden ?  Nog niet zo lang geleden werd cannabis immers niet alleen bekeken als een 'psychoactief middel', maar ook als een symbool van 'maatschappelijk verzet'. Het is echter twijfelachtig of de jongeren van vandaag het nog aanzien als een manier om te protesteren tegen de 'burgelijke maatschappij'. Natuurlijk weten jongere gebruikers (meestal) dat het illegaal is en dat ze dus iets doen 'wat niet mag'. En natuurlijk blijft het verbodene soms aantrekkelijk, maar dat betekent blijkbaar niet langer dat ze daarmee een daad van verzet plegen tegen de 'gevestigde orde'.

Anderzijds is het wel mogelijk dat bepaalde subculturen van jongeren zich 'niet welkom voelen' in onze maatschappij, en zich van daaruit zullen afzetten. Ofwel krijgen ze te weinig kansen, zoals dat in bepaalde sociaal achtergestelde wijken in onze grootsteden het geval is, ofwel krijgen ze er a.h.w. te veel. Met dit laatste bedoelen we dat sommigen geen grenzen meer erkennen en geen frustratie tolereren. Overmatig cannabisgebruik is dan meestal enkel een onderdeel van een veelheid aan problemen.

Vroeg beginnen is het meest riskant

Als conclusie kunnen we voorlopig stellen dat cannabis minstens twee gezichten heeft. Het kan door velen vrij probleemloos gebruikt worden (hoewel de gezondheidsrisico's nooit uit te sluiten vallen), maar anderen geraken er duidelijk mee in de problemen of versterken er hun problemen mee. Het meest kwetsbaar blijken diegenen die er op jonge leeftijd mee beginnen. Dirk Vandevelde van de Vlaamse Vereniging van Behandelingscentra Verslaafdenzorg vat het als volgt samen: "De grootste groep van problematische cannabisgebruikers zijn twintig- tot dertigjarigen, die al op erg jonge leeftijd met cannabis begonnen zijn. De gebruikers die bij ons komen, geven aan dat ze niet meer normaal kunnen functioneren in hun relatie, op school of op hun werk. Ze hebben elke dag verschillende joints nodig om zich goed te voelen. Een jointje is voor hen niet langer een pretsigaret, maar een noodzaak.".

Meer info

'Dossier Cannabis' van Hilde Kinable (VAD)